Duits

Uitgebreide vertaling voor Ekel (Duits) in het Nederlands

Ekel:

Ekel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ekel (Meckerfritze; Meckerer; Griesgram; )
    de geitenbreier; de zeikerd; de zemel; de zeurpiet; de zeur; de zeurkous
    • geitenbreier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zeikerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zemel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zeurpiet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zeur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zeurkous [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Ekel (Lausbub; Schmutzfink; Schalk; )
    de guit; de deugniet; de stinkerd; de snaak; de rakker
    • guit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • deugniet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stinkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Ekel (widerlicher Mensch; Fiesling; Scheusal)
    de griezel; het griezeltje; de engerd
    • griezel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • griezeltje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • engerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Ekel (elende Kerl; Giftnudel; Luder; )
    de schurk; de smeerlap; het kreng; de klier; stuk ongeluk; de schoft; de ellendeling; het mispunt
    • schurk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smeerlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kreng [het ~] zelfstandig naamwoord
    • klier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stuk ongeluk [znw.] zelfstandig naamwoord
    • schoft [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ellendeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mispunt [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Ekel (Flegel; Schuft; Dreckskerl; )
    de proleet; de hork; de lomperd; de vlegel; de kinkel
    • proleet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hork [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lomperd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vlegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. der Ekel (Widerwille; Abscheu; Greuel)
    de weerzin; de walging; het afgrijzen; gruwen
    • weerzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • walging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afgrijzen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gruwen [znw.] zelfstandig naamwoord
  7. der Ekel (Widerling; Schmutzfink; Stinker; )
    de smeerlap; de schoft; het mispunt; de naarling; de smiecht; de fielt; de stinkerd; de rotzak
    • smeerlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schoft [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mispunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • naarling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smiecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • fielt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stinkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rotzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ekel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgrijzen Abscheu; Ekel; Greuel; Widerwille
deugniet Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm
ellendeling Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl
engerd Ekel; Fiesling; Scheusal; widerlicher Mensch
fielt Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Hundsfott; Kriminelle; Lausbube; Lumpenkerl; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter
geitenbreier Ekel; Griesgram; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler Bummelant; Drückeberger; Drückebergerin; Faulenzer; Faulpelz; Flasche; Müßiggänger; Nichtsnutz; Taugenichts; gescheiterte Existenz
griezel Ekel; Fiesling; Scheusal; widerlicher Mensch
griezeltje Ekel; Fiesling; Scheusal; widerlicher Mensch
gruwen Abscheu; Ekel; Greuel; Widerwille
guit Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schlauberger; Spaßvogel; Witzbold
hork Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Bauerntölpel; Flegel; Grobian; Lümmel; ungehobelter Klotz; ungeschliffener Kerl
kinkel Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Flegel; Grobian; Lümmel; Rüpel; Schlingel
klier Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Drüse
kreng Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Luder; Schlange; falsches Ding; hinterlistiges Ding
lomperd Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
mispunt Aas; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Giftnudel; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Luder; Lump; Rabauke; Schalk; Schelm; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; elende Kerl; geriebeneKerl
naarling Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
proleet Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
rakker Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Straßenjunge; Taugenichts
rotzak Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
schoft Aas; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Giftnudel; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Luder; Lump; Rabauke; Schalk; Schelm; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; elende Kerl; geriebeneKerl Dreckskerl; Grobian; Halunke; Hundsfott; Lump; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Schuft; Schulter; Schurke; Weibsstück
schurk Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter
smeerlap Aas; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Giftnudel; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Luder; Lump; Rabauke; Schalk; Schelm; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; elende Kerl; geriebeneKerl Drecksau; Dreckschwein; Dreckskerl; Dreckspatz; Grobian; Halunke; Hundsfott; Lump; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Sau; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Weibsstück
smiecht Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl Hundsfott; Lumpenkerl
snaak Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Komiker; Possenreißer; Racker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schurke; Spaßvogel; Spitzbube; Witzbold
stinkerd Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
stuk ongeluk Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl
vlegel Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Bengel; Flegel; Grobian; Lausbub; Lümmel; Rabauke; Rotznase; Rüpel; Schelm; Schlingel
walging Abscheu; Ekel; Greuel; Widerwille
weerzin Abscheu; Ekel; Greuel; Widerwille Antipathie; Widerwille
zeikerd Ekel; Griesgram; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler
zemel Ekel; Griesgram; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler
zeur Ekel; Griesgram; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler
zeurkous Ekel; Griesgram; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler
zeurpiet Ekel; Griesgram; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gruwen entsetzen; grauen; grausen; schaudern; sich grausen; sich gruseln; verabscheuen

Synoniemen voor "Ekel":


Wiktionary: Ekel

Ekel
noun
  1. ohne Plural: starker körperlicher Abscheu
Ekel
noun
  1. hevige afkeer
  2. een sterke weerzin die fysiek gevoeld wordt

Cross Translation:
FromToVia
Ekel afkeer abhorrence — extreme aversion
Ekel afschuw disgust — an intense dislike or repugnance

Computer vertaling door derden: