Erschütterung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Erschütterung:
- vibratie; trilling; huivering; siddering; rilling; ontreddering; beving; gebeef; beven

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erschütterung (Duits) in het Nederlands

die Erschütterung (Vibration; Beben)
de vibratie; de trilling
- vibratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- trilling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erschütterung
de huivering; de siddering; de rilling
- huivering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- siddering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- rilling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Erschütterung (Zerrüttung)
de ontreddering
- ontreddering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erschütterung (Beben)
de beving; gebeef
- beving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gebeef [znw.] zelfstandig naamwoord
die Erschütterung (Beben)
beven
- beven [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beven	Beben; Erschütterung
beving	Beben; Erschütterung
gebeef	Beben; Erschütterung
huivering	Erschütterung
ontreddering	Erschütterung; Zerrüttung
rilling	Erschütterung
siddering	Erschütterung
trilling	Beben; Erschütterung; Vibration	Tremor; Zittern
vibratie	Beben; Erschütterung; Vibration
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beven		beben; bibbern; flimmern; frösteln; schütteln; vibrieren; zittern; zucken

Beben; Gerüttel; Schwingung; Stoß; Vibration; Begebenheit; Ereignis; Geschehnis; Vorfall; Vorgang; Vorkommnis
seelischer Schock; Trauma
Kommotio