Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fortbestand:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fortbestand (Duits) in het Nederlands

Fortbestand:

Fortbestand [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fortbestand (Fortbestehen; Überleben)
    overleven; voortleven; het voortbestaan
  2. der Fortbestand (Fortbestehen)
    verderleven

Vertaal Matrix voor Fortbestand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overleven Fortbestand; Fortbestehen; Überleben
verderleven Fortbestand; Fortbestehen
voortbestaan Fortbestand; Fortbestehen; Überleben
voortleven Fortbestand; Fortbestehen; Überleben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overleven überdauern; überleben; überstehen
voortbestaan andauern; anhalten; fortdauern; fortwähren; standhalten; währen
voortleven weiterleben

Synoniemen voor "Fortbestand":