Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Marmelade

Vertaal Marmelade van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Marmelade:
- jam; marmelade; vruchtengelei
Wiktionary:
- Marmelade → marmelade, jam
- Marmelade → jam, confituur, gelei, marmelade, gekonfijte vruchten, inmaak

Duits

Uitgebreide vertaling voor Marmelade (Duits) in het Nederlands

Marmelade:

Marmelade [die ~] zelfstandig naamwoord

die Marmelade
de jam
- jam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Marmelade
de marmelade; vruchtengelei
- marmelade [de ~] zelfstandig naamwoord
- vruchtengelei [znw.] zelfstandig naamwoord
die Marmelade (Fruchtgelee)
de jam; vruchtengelei
- jam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vruchtengelei [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Marmelade:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jam	Fruchtgelee; Marmelade
marmelade	Marmelade
vruchtengelei	Fruchtgelee; Marmelade

Synoniemen voor "Marmelade":

Gelee; Konfitüre

Wiktionary: Marmelade

Marmelade

noun

nach einer EU-Verordnung: aus süßen Zitrusfrüchten bestehender Brotaufstrich
- Marmelade → marmelade; jam
mit Zucker eingekochtes Fruchtmark beziehungsweise eingekochte reife Früchte oder Beeren, die als Brotaufstrich verwendet werden
- Marmelade → marmelade; jam

Marmelade

noun

een gelei van suiker en gekookt fruit, onder andere gebruikt als broodbeleg
- jam → Marmelade

Cross Translation:

From	To	Via
• Marmelade	→ jam; confituur	↔ jam — sweet mixture of fruit boiled with sugar
• Marmelade	→ gelei	↔ jelly — jam
• Marmelade	→ marmelade; confituur; jam	↔ marmalade — jam
• Marmelade	→ marmelade; jam; gekonfijte vruchten; inmaak	↔ confiture — Mélange de sucre et de fruits