Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Nascher:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nascher (Duits) in het Nederlands

Nascher:

Nascher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Nascher (Schleckermaul; Schleckermäuler)
    iemand die graag snoept; de snoeper

Vertaal Matrix voor Nascher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iemand die graag snoept Nascher; Schleckermaul; Schleckermäuler
snoeper Nascher; Schleckermaul; Schleckermäuler Feinschmecker; Gastronom; Leckermaul; Leckermäulchen; Schleckermaul; Schlemmer; Süßmaul