Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schaurigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schaurigkeit (Duits) in het Nederlands

Schaurigkeit:

Schaurigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schaurigkeit (Greuel; Schrecken; Widerwille)
    de gruwel; de verschrikking; iets wat afschuw opwekt

Vertaal Matrix voor Schaurigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gruwel Greuel; Schaurigkeit; Schrecken; Widerwille Greuel; Greueltat; Untat; rote Grütze
iets wat afschuw opwekt Greuel; Schaurigkeit; Schrecken; Widerwille
verschrikking Greuel; Schaurigkeit; Schrecken; Widerwille Belästigung; Qual; Quälung