Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Silvester:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Silvester (Duits) in het Nederlands

Silvester:

Silvester [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Silvester (Silvesterabend)
    de oudejaarsavond; het Oudejaar; het oudjaar

Vertaal Matrix voor Silvester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Oudejaar Silvester; Silvesterabend
oudejaarsavond Silvester; Silvesterabend
oudjaar Silvester; Silvesterabend

Synoniemen voor "Silvester":

  • 31. Dezember; Altjahrabend; Altjahrsabend; Altjahrstag; Jahresabschluss; Jahresausklang; Jahreswende; letzter Tag des Jahres; Sylvester; Begebenheit; Ereignis; Geschehnis; Vorfall; Vorgang; Vorkommnis

Wiktionary: Silvester

Silvester
noun
  1. der letzte Tag des Jahres und des Kalenderjahres, der 31. Dezember

Cross Translation:
FromToVia
Silvester Oudejaarsavond ↔ New Year's Eve — holiday on December 31st