Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Talk:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Talk (Duits) in het Nederlands

Talk:

Talk [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Talk (Konversation; Gespräch; Unterhaltung; Geplauder; Dialog)
    het gesprek; de conversatie
  2. der Talk (Talg)
    de talk
    • talk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Talk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conversatie Dialog; Geplauder; Gespräch; Konversation; Talk; Unterhaltung
gesprek Dialog; Geplauder; Gespräch; Konversation; Talk; Unterhaltung Auseinandersetzung; Aussprache; Debatte; Diskussion; Gespräch; Konversation; Streitgespräch; Unerhaltung; Unterhaltung; Unterhaltungen; Unterredung
talk Talg; Talk

Synoniemen voor "Talk":

  • Magnesiumsilikathydrat

Wiktionary: Talk

Talk
noun
  1. een zacht, wit en poedervormig mineraal, een fylosilicaat met de chemische formule H2Mg3(SiO3)4 of Mg3Si4O10(OH)2.

Cross Translation:
FromToVia
Talk talk talcminéral composé de silicate de magnésium doublement hydroxylé de la famille des phyllosilicates.