Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. im voraus zahlen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor im voraus zahlen (Duits) in het Nederlands

im voraus zahlen:

im voraus zahlen werkwoord

  1. im voraus zahlen (anzahlen)
    vooruitbetalen
    • vooruitbetalen werkwoord (betaal vooruit, betaalt vooruit, betaalde vooruit, betaalden vooruit, vooruitbetaald)
  2. im voraus zahlen (anbezahlen; anzahlen)
    aanbetalen
    • aanbetalen werkwoord (betaal aan, betaalt aan, betaalde aan, betaalden aan, aanbetaald)

Vertaal Matrix voor im voraus zahlen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbetalen Anzahlen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbetalen anbezahlen; anzahlen; im voraus zahlen
vooruitbetalen anzahlen; im voraus zahlen

Verwante vertalingen van im voraus zahlen