Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. limitiert:
  2. limitieren:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor limitiert (Duits) in het Nederlands

limitiert:

limitiert bijvoeglijk naamwoord

  1. limitiert (begrenzt; beschränkt; bedingt)
    beperkt; gelimiteerd; geborneerd

Vertaal Matrix voor limitiert:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beperkt bedingt; begrenzt; beschränkt; limitiert begrenzt; beschränkt
geborneerd bedingt; begrenzt; beschränkt; limitiert
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelimiteerd bedingt; begrenzt; beschränkt; limitiert

Synoniemen voor "limitiert":


limitieren:

limitieren werkwoord (limitiere, limitierst, limitiert, limitierte, limitiertet, limitiert)

  1. limitieren (beschränken; begrenzen; einschränken; )
    beperken; beknotten
    • beperken werkwoord (beperk, beperkt, beperkte, beperkten, beperkt)
    • beknotten werkwoord (beknot, beknotte, beknotten, beknot)
  2. limitieren (beschränken; begrenzen; einschränken; eindämmen)
    inperken; beknotten
    • inperken werkwoord (perk in, perkt in, perkte in, perkten in, ingeperkt)
    • beknotten werkwoord (beknot, beknotte, beknotten, beknot)

Conjugations for limitieren:

Präsens
  1. limitiere
  2. limitierst
  3. limitiert
  4. limitieren
  5. limitiert
  6. limitieren
Imperfekt
  1. limitierte
  2. limitiertest
  3. limitierte
  4. limitierten
  5. limitiertet
  6. limitierten
Perfekt
  1. habe limitiert
  2. hast limitiert
  3. hat limitiert
  4. haben limitiert
  5. habt limitiert
  6. haben limitiert
1. Konjunktiv [1]
  1. limitiere
  2. limitierest
  3. limitiere
  4. limitieren
  5. limitieret
  6. limitieren
2. Konjunktiv
  1. limitierte
  2. limitiertest
  3. limitierte
  4. limitierten
  5. limitiertet
  6. limitierten
Futur 1
  1. werde limitieren
  2. wirst limitieren
  3. wird limitieren
  4. werden limitieren
  5. werdet limitieren
  6. werden limitieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde limitieren
  2. würdest limitieren
  3. würde limitieren
  4. würden limitieren
  5. würdet limitieren
  6. würden limitieren
Diverses
  1. limitier!
  2. limitiert!
  3. limitieren Sie!
  4. limitiert
  5. limitierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor limitieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beperken Behindern; Hindern
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beknotten abgrenzen; absperren; abzäunen; begrenzen; beschneiden; beschränken; eindämmen; einschränken; einsäumen; limitieren; umzäunen
beperken abgrenzen; absperren; abzäunen; begrenzen; beschneiden; beschränken; eindämmen; einschränken; einsäumen; limitieren; umzäunen beschränken; einschrumpfen; einschränken; herabsetzen; kürzen; reduzieren; schrumpfen; vermindern
inperken begrenzen; beschränken; eindämmen; einschränken; limitieren beschränken; einschrumpfen; einschränken; herabsetzen; kürzen; reduzieren; schrumpfen; vermindern

Synoniemen voor "limitieren":


Wiktionary: limitieren

limitieren
verb
  1. een verminderde reikwijdte geven