Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sprengen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sprengen (Duits) in het Nederlands

sprengen:

sprengen werkwoord (sprenge, sprengst, sprengt, sprengte, sprengtet, gesprengt)

  1. sprengen (explodieren lassen)
    opblazen; laten exploderen
  2. sprengen (besprenkeln; sprenkeln; besprengen; einsprengen)
    besprenkelen; sprenkelen
    • besprenkelen werkwoord (besprenkel, besprenkelt, besprenkelde, besprenkelden, besprenkeld)
    • sprenkelen werkwoord (sprenkel, sprenkelt, sprenkelde, sprenkelden, gesprenkeld)

Conjugations for sprengen:

Präsens
  1. sprenge
  2. sprengst
  3. sprengt
  4. sprengen
  5. sprengt
  6. sprengen
Imperfekt
  1. sprengte
  2. sprengtest
  3. sprengte
  4. sprengten
  5. sprengtet
  6. sprengten
Perfekt
  1. habe gesprengt
  2. hast gesprengt
  3. hat gesprengt
  4. haben gesprengt
  5. habt gesprengt
  6. haben gesprengt
1. Konjunktiv [1]
  1. sprenge
  2. sprengest
  3. sprenge
  4. sprengen
  5. sprenget
  6. sprengen
2. Konjunktiv
  1. sprengte
  2. sprengtest
  3. sprengte
  4. sprengten
  5. sprengtet
  6. sprengten
Futur 1
  1. werde sprengen
  2. wirst sprengen
  3. wird sprengen
  4. werden sprengen
  5. werdet sprengen
  6. werden sprengen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde sprengen
  2. würdest sprengen
  3. würde sprengen
  4. würden sprengen
  5. würdet sprengen
  6. würden sprengen
Diverses
  1. spreng!
  2. sprengt!
  3. sprengen Sie!
  4. gesprengt
  5. sprengend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor sprengen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besprenkelen besprengen; besprenkeln; einsprengen; sprengen; sprenkeln
laten exploderen explodieren lassen; sprengen
opblazen explodieren lassen; sprengen andicken; aufbauschen; aufblasen; übertreiben
sprenkelen besprengen; besprenkeln; einsprengen; sprengen; sprenkeln
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
laten exploderen sprengen
opblazen sprengen

Synoniemen voor "sprengen":

  • hochgehen lassen; hochjagen; zur Explosion bringen
  • mit einem Sprenger bewässern

Wiktionary: sprengen

sprengen
verb
  1. doen ontploffen

Cross Translation:
FromToVia
sprengen opblazen explode — to create an explosion