Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abschlagen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschlagen (Duits) in het Zweeds

Abschlagen:

Abschlagen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abschlagen (Abweisen; Zurückweisen)
    avvisande; nekande
  2. Abschlagen (Abweisen; Ablehnen)
    vägran; avvisning

Vertaal Matrix voor Abschlagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avvisande Abschlagen; Abweisen; Zurückweisen Ablehnung; Abweisung; Verdammnis; Verwerfung
avvisning Ablehnen; Abschlagen; Abweisen
nekande Abschlagen; Abweisen; Zurückweisen Entsagen; Leuchnung; Verweigerung
vägran Ablehnen; Abschlagen; Abweisen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avvisande abweisend; verneinend
nekande verneinend; zu vernachlässigen