Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Armleuchter

Vertaal Armleuchter van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Armleuchter:
- kandelaber
- knäppskalle; obetydlig; oljekaka
Wiktionary:
- Armleuchter → kandelaber

Duits

Uitgebreide vertaling voor Armleuchter (Duits) in het Zweeds

Armleuchter:

Armleuchter [die ~] zelfstandig naamwoord

die Armleuchter
kandelaber
- kandelaber [-en] zelfstandig naamwoord

Armleuchter [der ~] zelfstandig naamwoord

der Armleuchter (Unbedeutende; Depp; Schaf; Hanswurst; Dummkopf; dummer August; Tor; Trottel; Schafskopf; Einfaltspinsel; Spaßvogel; Narr; Idiot; Schalk; Geck; Tröttel; Irrsinnige; Gänschen; Esel; Schussel; Irre; Verrückte; Dumme; Dussel; Tölpel; Schwachkopf; Hofnarr)
knäppskalle; obetydlig
- knäppskalle [-en] zelfstandig naamwoord
- obetydlig zelfstandig naamwoord
der Armleuchter (Ölkuchen; Krapfen; Dummkopf)
oljekaka
- oljekaka zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Armleuchter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kandelaber	Armleuchter	Kandelaber; Kronleuchter; Leuchter
knäppskalle	Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August	Dummkopf; Hohlkopf; Strohkopf
obetydlig	Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August
oljekaka	Armleuchter; Dummkopf; Krapfen; Ölkuchen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
obetydlig		anspruchslos; bedeutungslos; bescheiden; gering; geringfügig; gewöhnlich; kindisch; klein; läppisch; marginal; minimal; nichtsbedeutend; niedrig; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig

Synoniemen voor "Armleuchter":

Blödel; Blödian; Blödmann; Depp; Dummkopf; Dumpfbacke; Hanswurst; Hirni; Horst; Idiot; Minderbemittelter; Napfsülze; Niete; Sacklpicker; Schwachkopf; Stoffel; Todel; Torfnase; Trottel; Tuppe; unangenehmer Mensch
Kandelaber; Leuchter; Lichtquelle

Wiktionary: Armleuchter

Armleuchter

noun

ist ein Gestell, das mit Kerzen oder Leuchten versehen ist
- Armleuchter → kandelaber