Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ausschüttung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausschüttung (Duits) in het Zweeds

Ausschüttung:

Ausschüttung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausschüttung (Beruhigung; Erleichterung; Aufklärung; )
    lättnad
  2. die Ausschüttung (Ausgießen)
    tömmande

Vertaal Matrix voor Ausschüttung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lättnad Abhilfe; Absetzung; Aufhellung; Aufklärung; Aufnahme; Aufwartung; Aushilfe; Ausschüttung; Ausspannung; Beruhigung; Enthebung; Entladung; Entspannung; Erleichterung Entsatz; Erleichterung; Linderung; Milderung; Relief
tömmande Ausgießen; Ausschüttung

Synoniemen voor "Ausschüttung":