Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Faselhans

Vertaal Faselhans van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Faselhans:
- trögis; skvallerkärring; sladdertacka; skvallerbytta; latmask; lätting; sölkorv; dagdrivare; skvallerkäring; pratkvarn; skvallertant

Duits

Uitgebreide vertaling voor Faselhans (Duits) in het Zweeds

Faselhans:

Faselhans [der ~] zelfstandig naamwoord

der Faselhans (Trödler; Faulpelz; Quasselstrippe; Salzsack; Drückebergerin; Nachzügler; Zauderer; Faseler; Trödelliese; Drückeberger; Faulenzer; Nörgler)
trögis
- trögis zelfstandig naamwoord
der Faselhans (Quatschkopf; Plapperer; Faseltante)
skvallerkärring; sladdertacka; skvallerbytta
- skvallerkärring [-en] zelfstandig naamwoord
- sladdertacka zelfstandig naamwoord
- skvallerbytta [-en] zelfstandig naamwoord
der Faselhans (Quasselstrippe; Faseler)
latmask; lätting; sölkorv; dagdrivare
- latmask [-en] zelfstandig naamwoord
- lätting [-en] zelfstandig naamwoord
- sölkorv zelfstandig naamwoord
- dagdrivare [-en] zelfstandig naamwoord
der Faselhans (Faseltante; Schwätzerin; Quasselstrippe; Klatschbase; Klatschmaul; Quasseltante)
skvallerkäring; pratkvarn; skvallertant
- skvallerkäring [-en] zelfstandig naamwoord
- pratkvarn [-en] zelfstandig naamwoord
- skvallertant zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Faselhans:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dagdrivare	Faseler; Faselhans; Quasselstrippe	Schwänzer
latmask	Faseler; Faselhans; Quasselstrippe	Drückeberger; Drückebergerin; Faulenzer; Faulpelz; Faultier
lätting	Faseler; Faselhans; Quasselstrippe
pratkvarn	Faselhans; Faseltante; Klatschbase; Klatschmaul; Quasselstrippe; Quasseltante; Schwätzerin	Erzähler; Plauderer
skvallerbytta	Faselhans; Faseltante; Plapperer; Quatschkopf	Angeber; Petzer; Schlawiner; Schleicher; Schnüffler; Spitzel; Zuträger
skvallerkäring	Faselhans; Faseltante; Klatschbase; Klatschmaul; Quasselstrippe; Quasseltante; Schwätzerin
skvallerkärring	Faselhans; Faseltante; Plapperer; Quatschkopf
skvallertant	Faselhans; Faseltante; Klatschbase; Klatschmaul; Quasselstrippe; Quasseltante; Schwätzerin
sladdertacka	Faselhans; Faseltante; Plapperer; Quatschkopf
sölkorv	Faseler; Faselhans; Quasselstrippe
trögis	Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Nachzügler; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Trödelliese; Trödler; Zauderer	Blöde; Einfaltspinsel; Esel; Kuh; Schaf; Schafskopf; Schwachkopf; Trottel; dumme Nuß

Computer vertaling door derden: