Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Geneigtheit

Vertaal Geneigtheit van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Geneigtheit:
- håg; benägenhet; böjelse; tendens

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geneigtheit (Duits) in het Zweeds

Geneigtheit:

Geneigtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Geneigtheit (Hang; Neigung; Tendenz; Einstellung; Trend; Gesinnung; Vorliebe)
håg; benägenhet; böjelse
- håg [-en] zelfstandig naamwoord
- benägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- böjelse [-en] zelfstandig naamwoord
die Geneigtheit (Tendenz; Einstellung; Neigung)
tendens
- tendens [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geneigtheit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
benägenhet	Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe	Haftpflichtigkeit; Haftung; Verantwortlichkeit; Zuneigung
böjelse	Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe	Abwandlung; Abänderung; Deklination; Gefälle; Kenterung; Neigung; Neigungswinkel; Schlinge; Trendwende; Umbiegen; Umbruch; Umgestaltung; Umkehr; Umschlag; Umschlagen; Umschwung; Verdrehung; Verschlingung; Veränderung; Wandel; Wandlung; Wechsel; Wende; Wendung; Zuneigung; Änderung
håg	Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe
tendens	Einstellung; Geneigtheit; Neigung; Tendenz	Ausrichtung; Bedeutung; Durchschlag; Modeerscheinung; Neigung; Richtungen; Sinn; Tendenz; Tendenzen; Tenor; Tragweite; Trend; Wert; Wichigkeit

Synoniemen voor "Geneigtheit":

Hang; Sympathie; Vorliebe; Wohlwollen; Zuneigung
Affinität; Anziehung; Begierde; Lust; Neigung; Tendenz; Verlangen
Belieben; Ermessen

Computer vertaling door derden: