Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Zuneigung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zuneigung (Duits) in het Zweeds

Zuneigung:

Zuneigung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zuneigung
    tillgivenhet
  2. die Zuneigung
    lutning; böjning; benägenhet; böjelse; inklination

Vertaal Matrix voor Zuneigung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benägenhet Zuneigung Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Haftpflichtigkeit; Haftung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Verantwortlichkeit; Vorliebe
böjelse Zuneigung Abwandlung; Abänderung; Deklination; Einstellung; Gefälle; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Kenterung; Neigung; Neigungswinkel; Schlinge; Tendenz; Trend; Trendwende; Umbiegen; Umbruch; Umgestaltung; Umkehr; Umschlag; Umschlagen; Umschwung; Verdrehung; Verschlingung; Veränderung; Vorliebe; Wandel; Wandlung; Wechsel; Wende; Wendung; Änderung
böjning Zuneigung Beugung; Biegung; Deklinierung; Drehung; Flexion; Krümme; Krümmung; Kurve; Schleife; Suppe; Windung; Wölbung; Zeug
inklination Zuneigung Deklination; Neigung
lutning Zuneigung Pech; Teer
tillgivenhet Zuneigung Anheften; Anheftung; Anhänglichkeit; Festheften; Festheftung; Hingebung; Liebe; Treue

Synoniemen voor "Zuneigung":


Wiktionary: Zuneigung


Cross Translation:
FromToVia
Zuneigung kärlek love — strong affection

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Zuneigung