Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Klecks:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Klecks (Duits) in het Zweeds

Klecks:

Klecks [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Klecks (Schmutz; Schlamm; Klacks; )
    droppe; klick
    • droppe [-en] zelfstandig naamwoord
    • klick [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. der Klecks (Fleck; Flecken)
    fläck
    • fläck [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Klecks (Spritzer; Tüpfel)
    skvätt; plask
    • skvätt [-en] zelfstandig naamwoord
    • plask [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. der Klecks (Klumpen; Grus; Brocken; Holzschuh; Tölpel)
    klump; bit; stycke; klick; klimp
    • klump [-en] zelfstandig naamwoord
    • bit [-en] zelfstandig naamwoord
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klick [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klimp [-en] zelfstandig naamwoord
  5. der Klecks (Ausstrich; Fleck; Flecken)
    cellprov
  6. der Klecks (Fleck; Schandfleck; Flecken)
    smutsfleck
  7. der Klecks (Schwabber; Makel; Fleck; )
    golvmopp

Vertaal Matrix voor Klecks:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bit Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Anbeißen; Anteil; Artikel; Aufsatz; Binärzahl; Bit; Biß; Brocken; Bruch; Bruchteil; Bund; Bündel; Fraktur; Glied; Kandisstückchen; Klumpen; Klümpchen; Knacks; Kostüm; Kästchen; Menge; Paket; Postpaket; Publikation; Päckchen; Scheibe; Schnitte; Scholle; Segment; Stück; Stückchen; Teil; Teilchen; Würfel; Würfelzucker; Zahnbruch; Zettel; Zuckerwürfel; großes und dickes Stück
cellprov Ausstrich; Fleck; Flecken; Klecks
droppe Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz Erkundungsfahrt; Gläschen; Schluck; Schnaps; Stehempfang; Tropfen; kleinr Schluck
fläck Fleck; Flecken; Klecks Beize; Plätzchen
golvmopp Ausstrich; Fleck; Flecken; Klecks; Liederjan; Makel; Mop; Schwabber; Tüpfel Mops; Schwabber
klick Brocken; Dreck; Grus; Holzschuh; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz; Tölpel Gruppierung
klimp Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Brocken; Gicht; Kandisstückchen; Klumpen; Klümpchen; Scholle; Stück; Zuckerwürfel
klump Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Brocken; Büschel; Kandisstückchen; Klumpen; Klümpchen; Menge; Scholle; Stück; Würfel; Würfelzucker; Zuckerwürfel; großes und dickes Stück
plask Klecks; Spritzer; Tüpfel Gespritz; Guß; Schwall
skvätt Klecks; Spritzer; Tüpfel
smutsfleck Fleck; Flecken; Klecks; Schandfleck
stycke Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Absatz; Abschnitt; Anteil; Artikel; Aufsatz; Brocken; Bruch; Fraktur; Klumpen; Klümpchen; Menge; Publikation; Stück; Stückchen; Würfel; Würfelzucker; Zahnbruch; großes und dickes Stück

Synoniemen voor "Klecks":


Wiktionary: Klecks

Klecks
noun
  1. umgangssprachlich: kleine Menge einer pastösen oder dickflüssigen Substanz
  2. Fleck durch eine pastöse oder flüssige Substanz