Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Plunder:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Plunder (Duits) in het Zweeds

Plunder:

Plunder [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Plunder (Mischmasch; Zusammengeraffte; Dichtung; )
    mixt; ihop blandning; röra
  2. der Plunder (Mischmasch; Kram)
    röra; hopkok; mischmasch
  3. der Plunder (Sauwirtschaft; Krempel; Sammelsurium; )
    klabbet; hela faderullan; rasket

Vertaal Matrix voor Plunder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hela faderullan Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Plunder; Sammelsurium; Sauwirtschaft
hopkok Kram; Mischmasch; Plunder Mischmasch; Sammelsurium
ihop blandning Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte Durcheinander; Gemisch; Melange; Mischung
klabbet Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Plunder; Sammelsurium; Sauwirtschaft
mischmasch Kram; Mischmasch; Plunder Ausschußware; Eintopf; Eintopfgericht; Mischmasch; Sammelsurium; Zusammengekochte
mixt Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte Mixtur
rasket Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Plunder; Sammelsurium; Sauwirtschaft
röra Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte Anhäufung; Aufhäufung; Ausschußware; Chaos; Durcheinander; Eintopf; Eintopfgericht; Gepfusche; Gequake; Geschmier; Geschmiere; Gesudel; Kram; Mischfutter; Pfuscherei; Rommel; Sauerei; Sauwirtschaft; Schererei; Schmiererei; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr; Zusammengekochte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
röra Belange haben; angehen; anrühren; anstiften; antun; antupfen; aufschüren; aufwiegeln; berühren; betreffen; bewegen; erregen; gehen; gehen um; leicht berühren; mischen; rühren; sich aufmachen; sitzen an; streifen; tippen; touchieren; treffen; tupfen; wegbegeben

Synoniemen voor "Plunder":


Wiktionary: Plunder

Plunder
noun
  1. ohne Plural: wertloses Zeug
  2. Gebäck, Teilchen aus Hefeteig

Computer vertaling door derden: