Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Proviant:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Proviant (Duits) in het Zweeds

Proviant:

Proviant [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Proviant (Ernährung; Speisung; Nahrungsmittel; )
    mat; kost
    • mat [-en] zelfstandig naamwoord
    • kost [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Proviant (Lebensmittel)
    livsmedel; förnödenhet; proviant

Vertaal Matrix voor Proviant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förnödenhet Lebensmittel; Proviant
kost Beköstigung; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Kost; Mundvorrat; Mundvorräte; Nahrung; Nahrungsmittel; Proviant; Speise; Speisung; Verpflegung Kostgeld
livsmedel Lebensmittel; Proviant Nahrungsmittel
mat Beköstigung; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Kost; Mundvorrat; Mundvorräte; Nahrung; Nahrungsmittel; Proviant; Speise; Speisung; Verpflegung Ernährung; Essen; Kost; Lebensmittel; Nahrung; Verpflegung
proviant Lebensmittel; Proviant

Synoniemen voor "Proviant":


Wiktionary: Proviant


Cross Translation:
FromToVia
Proviant förvaringsställe réserveaction de réserver.