Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Sühnung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sühnung (Duits) in het Zweeds

Sühnung:

Sühnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sühnung (Bussestrafe; Pönitenz; Prüfung; )
    bot; prövning; botgöring
    • bot [-en] zelfstandig naamwoord
    • prövning [-en] zelfstandig naamwoord
    • botgöring [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sühnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bot Bussestrafe; Buße; Feuerprobe; Genugtuung; Prüfung; Pönitenz; Sühne; Sühnung; Versuchung Besserung; Genesung; Gesundung; Heilung
botgöring Bussestrafe; Buße; Feuerprobe; Genugtuung; Prüfung; Pönitenz; Sühne; Sühnung; Versuchung Buße
prövning Bussestrafe; Buße; Feuerprobe; Genugtuung; Prüfung; Pönitenz; Sühne; Sühnung; Versuchung Aburteilung; Heimsuchung; Prüfung