Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Schmuckstück

Vertaal Schmuckstück van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schmuckstück:
- smycken; utsmyckning; ornament; utställningsstycken
Wiktionary:
- Schmuckstück → smycke
- Schmuckstück → juvel, ädelsten

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmuckstück (Duits) in het Zweeds

Schmuckstück:

Schmuckstück [das ~] zelfstandig naamwoord

Schmuckstück (Juwel; Geschmeide; Kleinod; Nippes; Edelstein; Gehänge; Edelsteine; Nippsache; Schmuckstein)
smycken; utsmyckning
- smycken zelfstandig naamwoord
- utsmyckning [-en] zelfstandig naamwoord
Schmuckstück (Schmuck; Zierat; Juwel)
ornament; utsmyckning
- ornament [-ett] zelfstandig naamwoord
- utsmyckning [-en] zelfstandig naamwoord
Schmuckstück (Prunkstücke)
utställningsstycken
- utställningsstycken zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schmuckstück:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ornament	Juwel; Schmuck; Schmuckstück; Zierat	Ornament; Schmuck; Schmucksachen; Schmuckstücke; Verzierung
smycken	Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuckstein; Schmuckstück	Bijouterien; Juwelierarbeit; Schmucksachen; Schmucksteine; Schmuckstücke; geschliffene Geschmucksteine
utsmyckning	Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuck; Schmuckstein; Schmuckstück; Zierat	Aufscchmuck; Putz; Schmuck
utställningsstycken	Prunkstücke; Schmuckstück

Wiktionary: Schmuckstück

Schmuckstück

noun

kostbarer (zur Zierde am Körper getragener) Gegenstand
- Schmuckstück → smycke

Cross Translation:

From	To	Via
• Schmuckstück	→ juvel; ädelsten	↔ bijou — Petit ouvrage de luxe d’un travail élégant et d’une matière précieuse, et qui sert de parure et d’ornement