Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmuckstücke (Duits) in het Zweeds

Schmuckstücke:

Schmuckstücke [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schmuckstücke (Bijouterien; Juwelierarbeit; Schmucksteine)
    bijouterier; juveler
  2. Schmuckstücke (Bijouterien; Schmucksteine; Juwelierarbeit)
    smycken; bijouterier; smyckestenar; ädelstenar
  3. Schmuckstücke (Edelsteine; Bijouterien; Schmucksteine; Juwelierarbeit)
    bijouterier; edelstenar

Schmuckstücke [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schmuckstücke (Schmuck; Schmucksachen)
    prydnadsmönster; ornament
  2. die Schmuckstücke (geschliffene Geschmucksteine; Schmucksteine; Schmucksachen; Bijouterien)
    smycken; bijouterier; slipade dyrbara stenar

Vertaal Matrix voor Schmuckstücke:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijouterier Bijouterien; Edelsteine; Juwelierarbeit; Schmucksachen; Schmucksteine; Schmuckstücke; geschliffene Geschmucksteine
edelstenar Bijouterien; Edelsteine; Juwelierarbeit; Schmucksteine; Schmuckstücke
juveler Bijouterien; Juwelierarbeit; Schmucksteine; Schmuckstücke
ornament Schmuck; Schmucksachen; Schmuckstücke Juwel; Ornament; Schmuck; Schmuckstück; Verzierung; Zierat
prydnadsmönster Schmuck; Schmucksachen; Schmuckstücke
slipade dyrbara stenar Bijouterien; Schmucksachen; Schmucksteine; Schmuckstücke; geschliffene Geschmucksteine
smycken Bijouterien; Juwelierarbeit; Schmucksachen; Schmucksteine; Schmuckstücke; geschliffene Geschmucksteine Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuckstein; Schmuckstück
smyckestenar Bijouterien; Juwelierarbeit; Schmucksteine; Schmuckstücke
ädelstenar Bijouterien; Juwelierarbeit; Schmucksteine; Schmuckstücke