Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spazieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spazieren (Duits) in het Zweeds

Spazieren:

Spazieren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Spazieren (Spaziergang; kleine Wanderung; Bummel)
    promenad; spatsertur; gångtur

Vertaal Matrix voor Spazieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gångtur Bummel; Spazieren; Spaziergang; kleine Wanderung
promenad Bummel; Spazieren; Spaziergang; kleine Wanderung Promenade; Runde; Rundgang; Spaziergang
spatsertur Bummel; Spazieren; Spaziergang; kleine Wanderung