Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Stengel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stengel (Duits) in het Zweeds

Stengel:

Stengel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stengel (Stiel; Halm)
    stängel; stjälk
  2. der Stengel (Stielen)
    stjälkar

Stengel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stengel (Schäfte)
    stjälkar; stänglar

Vertaal Matrix voor Stengel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stjälk Halm; Stengel; Stiel Schenkel
stjälkar Schäfte; Stengel; Stielen Schenkel; Stammwörter
stängel Halm; Stengel; Stiel
stänglar Schäfte; Stengel

Wiktionary: Stengel


Cross Translation:
FromToVia
Stengel strå tige — (botanique) partie d’une plante qui sortir de la terre et sur laquelle pousser des branches, des feuilles, des fleurs, des fruits. Organe de la plante, en forme d'axe, qui relie ses organes fondamentaux : feuilles et racines.