Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Strich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Strich (Duits) in het Zweeds

Strich:

Strich [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Strich (Linie)
    streck; linje; rand
    • streck [-ett] zelfstandig naamwoord
    • linje [-en] zelfstandig naamwoord
    • rand [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Strich (Linie)
    skrapmärke; rivsår
  3. der Strich (Kratzer; Schnörkel; Zug; Einschnitt; Federstrich)
    streck; penndrag
    • streck [-ett] zelfstandig naamwoord
    • penndrag [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. der Strich (Anfangsstrich; Linie)
    första slaget
  5. der Strich (Pinselstrich)
    penseldrag

Vertaal Matrix voor Strich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
första slaget Anfangsstrich; Linie; Strich
linje Linie; Strich Abgrenzungsseile; Kahnfahrt; Linie; Linientruppen; Police; Schreiblinie; Strichelchen; Strichlein; Zeile; Ziellinie; kleine Linie
penndrag Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Schnörkel; Strich; Zug Federstrich
penseldrag Pinselstrich; Strich Federstrich; Pinselstrich
rand Linie; Strich Eckchen; Rand; Rändchen; Seite
rivsår Linie; Strich
skrapmärke Linie; Strich
streck Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Linie; Schnörkel; Strich; Zug Federstrich

Synoniemen voor "Strich":


Wiktionary: Strich


Cross Translation:
FromToVia
Strich stång bar — long, narrow drawn or printed rectangle, cuboid or cylinder
Strich drag; streck stroke — line drawn with a pen or pencil
Strich drag stroke — streak made with a brush
Strich linje ligne — Traductions à trier suivant le sens
Strich streck; strimla; strimma raieligne tracer sur une surface.

Verwante vertalingen van Strich