Duits

Uitgebreide vertaling voor Stutzer (Duits) in het Zweeds

Stutzer:

Stutzer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stutzer (Geck; Kerl)
    dandy; sprätt; klädsnobb; modelejon
  2. der Stutzer (Astlöcher; Dutte)
    knutar
    • knutar zelfstandig naamwoord
  3. der Stutzer (Narr am Hoff; Pinsel; Hanswurst; )
    hovnarr
  4. der Stutzer (Narr)
    narrar
    • narrar zelfstandig naamwoord
  5. der Stutzer (Dandies)
    snobbar; dandyar; sprättar
  6. der Stutzer
    sekatör

Vertaal Matrix voor Stutzer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dandy Geck; Kerl; Stutzer
dandyar Dandies; Stutzer
hovnarr Alberne; Ast; Geck; Hanswurst; Irrsinnige; Klunker; Knorren; Lackaffe; Narr am Hoff; Pinsel; Quast; Stutzer; Tor; Verrückte
klädsnobb Geck; Kerl; Stutzer
knutar Astlöcher; Dutte; Stutzer
modelejon Geck; Kerl; Stutzer
narrar Narr; Stutzer
sekatör Stutzer Astschere; Baumschere; Heckenschere
snobbar Dandies; Stutzer
sprätt Geck; Kerl; Stutzer Dandy
sprättar Dandies; Stutzer

Synoniemen voor "Stutzer":