Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Verkleinerung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verkleinerung (Duits) in het Zweeds

Verkleinerung:

Verkleinerung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verkleinerung (Verringerung)
    minskning; reduktion; förringande

Vertaal Matrix voor Verkleinerung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förringande Verkleinerung; Verringerung Abschlag; Beschneidung; Herabsetzung; Preissenkung; Schrumpfung; Schändung; Senkung; Verminderung; Verringerung
minskning Verkleinerung; Verringerung Abgang; Abnahme; Beschneidung; Einschränkung; Einsparung; Lagerabgang; Niedergang; Reduktion; Rückgang; Untergang; Verfall; Verminderung; Verringerung
reduktion Verkleinerung; Verringerung Beschneidung; Einkürzung; Einnahme; Einschränkung; Einsparung; Reduktion; Verminderung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förringande arrogant; aufgebläht; eingebildet; eitel; erhaben; erniedrigend; geringschätzend; geringschätzig; gönnerhaft; herablassend; herabminderend; herabsetztend; herabwürdigend; hochmütig; hoffärtig; selbstgefällig; stolz; überheblich

Synoniemen voor "Verkleinerung":


Wiktionary: Verkleinerung


Cross Translation:
FromToVia
Verkleinerung kontraktion; minskning contraction — reduction in size or activity