Duits
Uitgebreide vertaling voor auffahrend (Duits) in het Zweeds
auffahrend:
-
auffahrend (heftig; stürmisch; leidenschaftlich; hitzig; zornig; jähzornig; ungestüm)
-
auffahrend (unbeherrscht; grimmig; hemmungslos; gellend; hell; hart; scharf; grob; leidenschaftlich; grell; heftig; bewegt; stürmisch; hitzig; höllisch; jähzornig; temperamentvoll; klirrend; ungestüm)
oregerligt; obehärskad; oregerlig; obehärskat; obalanserat-
oregerligt bijvoeglijk naamwoord
-
obehärskad bijvoeglijk naamwoord
-
oregerlig bijvoeglijk naamwoord
-
obehärskat bijvoeglijk naamwoord
-
obalanserat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor auffahrend:
Computer vertaling door derden: