Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ertappen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ertappen (Duits) in het Zweeds

ertappen:

ertappen werkwoord

  1. ertappen (schnappen; erwischen; fangen; )
    fånga; ertappa
    • fånga werkwoord (fångar, fångade, fångat)
    • ertappa werkwoord (ertappar, ertappade, ertappat)
  2. ertappen (etwas unerwartetes tun; überrumpeln; erwischen)
    överraska
    • överraska werkwoord (överraskar, överraskade, överraskat)

Vertaal Matrix voor ertappen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ertappa erfassen; ergreifen; ertappen; erwischen; fangen; fassen; schnappen auf frischer Tat ertappen
fånga erfassen; ergreifen; ertappen; erwischen; fangen; fassen; schnappen abfangen; anfassen; anpacken; auffangen; bestricken; charmieren; eingreifen; einpacken; einschlagen; einwickeln; erfassen; ergreifen; erhaschen; erobern; erwischen; etwas bekommen; fangen; fassen; fesseln; festgreifen; festhalten; festnehmen; grabbeln; greifen; hervorholen; kriegen; packen; verhaften; verwickeln; wickeln; zugreifen; überlisten
överraska ertappen; erwischen; etwas unerwartetes tun; überrumpeln ausrauben; befremden; entsetzen; erschrecken; erstaunen; inErstaunensetzen; verwundern; wundern; überfallen

Synoniemen voor "ertappen":


Wiktionary: ertappen

ertappen
verb
  1. reflexiv: sich selbst bei etwas Verbotenem überraschen
  2. transitiv: jemanden bei etwas Verbotenem überraschen

Cross Translation:
FromToVia
ertappen fånga capturers’emparer d’un être vivant ou d’une chose.

Verwante vertalingen van ertappen