Duits

Uitgebreide vertaling voor scharfsichtig (Duits) in het Zweeds

scharfsichtig:

scharfsichtig bijvoeglijk naamwoord

  1. scharfsichtig (scharfsinnig; klug; schlagfertig)
    klok; smart; klokt; klyftigt
    • klok bijvoeglijk naamwoord
    • smart bijvoeglijk naamwoord
    • klokt bijvoeglijk naamwoord
    • klyftigt bijvoeglijk naamwoord
  2. scharfsichtig (mit vorraussehendem Blick; hellsichtig; hellseherisch; prophetisch; scharfblickend)
    förutseende; förutseendet; med framsynthet
  3. scharfsichtig (geistreich; kundig; fähig; )
    behändigt; behändig
  4. scharfsichtig (prophetisch; hellsichtig; prophezeiend; hellseherisch; scharfblickend)
    synsk; klarsynt; förutseendet; synskt; klärtvoajant; klartsynt; profetiskt
  5. scharfsichtig (hellsichtig; hellseherisch; prophetisch; scharfblickend)

Vertaal Matrix voor scharfsichtig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förutseende Hellsehen; Voraussicht
smart Genie; besonders heller Kopf; genialer Kopf
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begåvad med gott förstående hellseherisch; hellsichtig; prophetisch; scharfblickend; scharfsichtig
begåvat med gott förstående hellseherisch; hellsichtig; prophetisch; scharfblickend; scharfsichtig
behändig aufgeweckt; ausgelernt; behende; fachmännisch; fähig; geistreich; gekonnt; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kundig; sachverständig; scharfsichtig; scharfsinnig; schlau; tüchtig
behändigt aufgeweckt; ausgelernt; behende; fachmännisch; fähig; geistreich; gekonnt; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kundig; sachverständig; scharfsichtig; scharfsinnig; schlau; tüchtig
förutseende hellseherisch; hellsichtig; mit vorraussehendem Blick; prophetisch; scharfblickend; scharfsichtig
förutseendet hellseherisch; hellsichtig; mit vorraussehendem Blick; prophetisch; prophezeiend; scharfblickend; scharfsichtig
klarsynt hellseherisch; hellsichtig; prophetisch; prophezeiend; scharfblickend; scharfsichtig
klartsynt hellseherisch; hellsichtig; prophetisch; prophezeiend; scharfblickend; scharfsichtig
klok klug; scharfsichtig; scharfsinnig; schlagfertig clever; gelehrig; gescheit; intelligent; klug; vernünftig
klokt klug; scharfsichtig; scharfsinnig; schlagfertig ausgekocht; clever; einsichtsvoll; empfehlenswert; erfinderisch; fachmännisch; geistig; gekonnt; gelehrig; genial; gescheit; geschickt; intelektuell; intelligent; klug; kundig; prüde; sachverständig; vernünftig
klyftigt klug; scharfsichtig; scharfsinnig; schlagfertig dezent; ehrbar; geziemend; sittsam; züchtig
klärtvoajant hellseherisch; hellsichtig; prophetisch; prophezeiend; scharfblickend; scharfsichtig
med framsynthet hellseherisch; hellsichtig; mit vorraussehendem Blick; prophetisch; scharfblickend; scharfsichtig
profetiskt hellseherisch; hellsichtig; prophetisch; prophezeiend; scharfblickend; scharfsichtig
smart klug; scharfsichtig; scharfsinnig; schlagfertig aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; dreist; durchtrieben; flink; flott; gebildet; gelehrt; gerissen; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; gewichst; gewieft; geübt; glatt; helle; klug; pfiffig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; schneidig; spitzfindig; vernünftig; verschmitzt
synsk hellseherisch; hellsichtig; prophetisch; prophezeiend; scharfblickend; scharfsichtig
synskt hellseherisch; hellsichtig; prophetisch; prophezeiend; scharfblickend; scharfsichtig

Synoniemen voor "scharfsichtig":