Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. blueberry:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor blueberry (Engels) in het Duits

blueberry:

blueberry [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blueberry (bilberry)
    die Waldbeere; die Heidelbeere

Vertaal Matrix voor blueberry:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Heidelbeere bilberry; blueberry
Waldbeere bilberry; blueberry
- blueberry bush

Verwante woorden van "blueberry":

  • blueberries

Synoniemen voor "blueberry":


Verwante definities voor "blueberry":

  1. sweet edible dark-blue berries of either low-growing or high-growing blueberry plants1
  2. any of numerous shrubs of the genus Vaccinium bearing blueberries1

Wiktionary: blueberry

blueberry
noun
  1. plant
  2. fruit
blueberry
noun
  1. Botanik: die Blaubeere (V. myrtillus)
  2. Botanik, Plural: die Gattung Vaccinium aus der Familie der Heidekrautgewächse mit etwa 100-150 Arten.
  3. der Halbstrauch, der diese Beeren trägt
  4. eine Art schwarzblaue, hellblau bereifte, süße Beere aus der Gattung der Heidelbeeren (Vaccinium) in der Familie der Heidekrautgewächse (Ericaceae) mit blau färbendem Saft

Cross Translation:
FromToVia
blueberry Amerikanische Heidelbeere blauwe besVaccinium corymbosum, een plant uit de heifamilie (Ericaceae)
blueberry Blaubeere airelle — fruit bleu