Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal surcharges

Vertaal surcharges van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. surcharges:
  2. surcharge:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor surcharges (Engels) in het Duits

surcharges:

surcharges [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the surcharges (premiums; bonusses; increments; )
    die Zuschüsse; die Zuschläge

Vertaal Matrix voor surcharges:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zuschläge agios; bonusses; excess fares; increments; premium charges; premiums; surcharges additional payments; extra charges; extra payments
Zuschüsse agios; bonusses; excess fares; increments; premium charges; premiums; surcharges allotments; allowances; concessions; grants; gratifications; maintenances; subsidies

Verwante woorden van "surcharges":


surcharge:

surcharge [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the surcharge
    die Beibezahlung
  2. the surcharge
    Strafporto; Zuschlagsporto; Nachporto
  3. the surcharge (surtax)
    der Zuschlag; der Aufschlag; der Steuerzuschlag; der Kommunalzuschlag
  4. the surcharge
    – an additional charge (as for items previously omitted or as a penalty for failure to exercise common caution or common skill) 1
    der Zuschlag
    • Zuschlag [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor surcharge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufschlag surcharge; surtax bonus; extra allowance; extra charge; gratuity; lapel; markup; premium; salary increase; turn for service
Beibezahlung surcharge
Kommunalzuschlag surcharge; surtax
Nachporto surcharge
Steuerzuschlag surcharge; surtax
Strafporto surcharge duty stamp
Zuschlag surcharge; surtax bonus; extra allowance; extra charge; gratuity; premium; salary increase
Zuschlagsporto surcharge
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fleece; gazump; hook; overcharge; overload; pluck; plume; rob; soak

Verwante woorden van "surcharge":


Synoniemen voor "surcharge":


Antoniemen van "surcharge":

  • undercharge

Verwante definities voor "surcharge":

  1. an additional charge (as for items previously omitted or as a penalty for failure to exercise common caution or common skill)1
  2. show an omission in (an account) for which credit ought to have been given1
  3. place too much a load on1
  4. fill to an excessive degree1
    • The air was surcharged with tension1
  5. print a new denomination on a stamp or a banknote1
  6. fill to capacity with people1
    • The air raids had surcharged the emergency wards1
  7. rip off; ask an unreasonable price1
  8. charge an extra fee, as for a special service1

Wiktionary: surcharge

surcharge
noun
  1. addition of extra charge
surcharge
noun
  1. Entgelt, das für Sonderleistungen entrichtet wird
  2. Verteuerung eines Preises
  3. zusätzliche Summe Geld
Cross Translation:
FromToVia
• surcharge → Aufpreis ↔ surprix — prix supplémentaire.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0936 seconde
Page rendered in 1.0 seconds