Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. visitors:
  2. visitor:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor visitors (Engels) in het Duits

visitors:

visitors [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the visitors
    der Besuch; die Aufwartung
  2. the visitors (customers; clients; patrons)
    die Besucher; die Gäste; die Klientel; Kundschaft; der Kundenkreis

Vertaal Matrix voor visitors:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufwartung visitors allaying; appeasement; appeasing; attendance; benefit; calming; calming down; pacifying; quieting; relieve; social assistance; social security; soothing; steadying; unemployment benefit; welfare
Besuch visitors guest; guest for the night; night guest; overnight guest
Besucher clients; customers; patrons; visitors guest; guest for the night; night guest; overnight guest; visitor
Gäste clients; customers; patrons; visitors clientele; clients; customers; guest; guest for the night; night guest; overnight guest; patronage; patrons
Klientel clients; customers; patrons; visitors clientele; clients; customers; patronage; patrons
Kundenkreis clients; customers; patrons; visitors clientele; clients; customers; patronage; patrons
Kundschaft clients; customers; patrons; visitors clientele; clients; customers; patronage; patrons

Verwante woorden van "visitors":


Wiktionary: visitors


Cross Translation:
FromToVia
visitors Besuch bezoek — de personen die op visite zijn of komen

visitors vorm van visitor:

visitor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the visitor
    der Besucher; der Museumsbesucher

Vertaal Matrix voor visitor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besucher visitor clients; customers; guest; guest for the night; night guest; overnight guest; patrons; visitors
Museumsbesucher visitor
- visitant
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- caller

Verwante woorden van "visitor":


Synoniemen voor "visitor":


Verwante definities voor "visitor":

  1. someone who visits1

Wiktionary: visitor

visitor
noun
  1. guest
  2. sightseer
visitor
noun
  1. Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia|Gast
  2. jemand, der zu jemandem kommt, um mit ihm zu sprechen, um sich bei ihm aufzuhalten
  3. Person oder Personen, die [1] tätigen
  4. Registrierter Besucher einer Website
  5. Person, die etwas verwendet, gebraucht

Cross Translation:
FromToVia
visitor Besucher bezoeker — een persoon die iemand of iets bezoekt
visitor Besuch bezoek — de personen die op visite zijn of komen
visitor Besucher visiteurcelui, celle qui aller voir quelqu’un ou quelque chose.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van visitors