Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. visitors:
  2. visitor:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor visitors in het Engels

visitors:

visitors [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the visitors
    the visitors
    • visitors [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the visitors
    the customers; the visitors; the clients; the patrons
    • customers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • visitors [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clients [the ~] zelfstandig naamwoord
    • patrons [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "visitors":


visitor:

visitor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the visitor
    the visitor
    • visitor [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the visitor
    – someone who visits 1
    the visitor; the visitant
    – someone who visits 1
    • visitor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • visitant [the ~] zelfstandig naamwoord

visitor

  1. visitor

Verwante woorden van "visitor":


Alternatieve synoniemen voor "visitor":


Verwante definities voor "visitor":

  1. someone who visits1

Verwante synoniemen voor visitors