Engels
Uitgebreide synoniemen voor acutely in het Engels
acutely:
-
acutely
-
acutely
– having a rapid onset 1 -
acutely
– in a shrewd manner 1acutely; sagaciously; sapiently; astutely; shrewdly– in a shrewd manner 1-
acutely bijwoord
-
sagaciously bijwoord
-
sapiently bijwoord
-
astutely bijwoord
-
shrewdly bijwoord
-
-
acutely
– in an acute manner 1 -
acutely
– changing suddenly in direction and degree 1
Verwante woorden van "acutely":
Alternatieve synoniemen voor "acutely":
Antoniemen van "acutely":
Verwante definities voor "acutely":
acutely vorm van acute:
-
acute
-
acute
sharpwitted; acute; sharp-minded; clever; keen; biting-
sharpwitted bijvoeglijk naamwoord
-
acute bijvoeglijk naamwoord
-
sharp-minded bijvoeglijk naamwoord
-
clever bijvoeglijk naamwoord
-
keen bijvoeglijk naamwoord
-
biting bijvoeglijk naamwoord
-
-
acute
– having or experiencing a rapid onset and short but severe course 1 -
acute
– of critical importance and consequence 1 -
acute
– extremely sharp or intense 1 -
acute
– having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions 1keen; sharp; acute; piercing; penetrating; incisive; penetrative; discriminating; knifelike– having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions 1-
keen bijvoeglijk naamwoord
-
sharp bijvoeglijk naamwoord
-
acute bijvoeglijk naamwoord
-
piercing bijvoeglijk naamwoord
-
penetrating bijvoeglijk naamwoord
-
incisive bijvoeglijk naamwoord
-
penetrative bijvoeglijk naamwoord
-
discriminating bijvoeglijk naamwoord
-
knifelike bijvoeglijk naamwoord
-
-
acute
– ending in a sharp point 1sharp; acute; needlelike; acuate– ending in a sharp point 1-
sharp bijvoeglijk naamwoord
-
acute bijvoeglijk naamwoord
-
needlelike bijvoeglijk naamwoord
-
acuate bijvoeglijk naamwoord
-
-
acute
– of an angle; less than 90 degrees 1
-
acute
-
acute
-
the acute
– a mark (') placed above a vowel to indicate pronunciation 1