Engels

Uitgebreide synoniemen voor admittance in het Engels

admittance:

admittance [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the admittance
    the admission; the admittance; the access
  2. the admittance
    the access; the entrance; the entry; the admission; the admittance
    • access [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entrance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • admission [the ~] zelfstandig naamwoord
    • admittance [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the admittance
    the permission; the acceptance; the allowance; the admission; the admittance; the granting; the access
  4. the admittance
    – the act of admitting someone to enter 1
    the admission; the admittance
    – the act of admitting someone to enter 1
    • admission [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the surgery was performed on his second admission to the clinic1
    • admittance [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the admittance
    – the right to enter 1
    the access; the admission; the admittance; the accession; the entree
    – the right to enter 1

Verwante woorden van "admittance":

  • admittances

Alternatieve synoniemen voor "admittance":


Verwante definities voor "admittance":

  1. the act of admitting someone to enter1
  2. the right to enter1