Engels
Uitgebreide synoniemen voor altogether in het Engels
altogether:
-
altogether
altogether; together; combined; with each other; with one another; in all-
altogether bijwoord
-
together bijvoeglijk naamwoord
-
combined bijvoeglijk naamwoord
-
with each other bijvoeglijk naamwoord
-
with one another bijvoeglijk naamwoord
-
in all bijwoord
-
-
altogether
together; combined; jointly; altogether; with each other; with one another-
together bijvoeglijk naamwoord
-
combined bijvoeglijk naamwoord
-
jointly bijwoord
-
altogether bijwoord
-
with each other bijvoeglijk naamwoord
-
with one another bijvoeglijk naamwoord
-
-
altogether
shared; combined; jointly; altogether; together; with one another; with each other; in all-
shared bijvoeglijk naamwoord
-
combined bijvoeglijk naamwoord
-
jointly bijwoord
-
altogether bijwoord
-
together bijvoeglijk naamwoord
-
with one another bijvoeglijk naamwoord
-
with each other bijvoeglijk naamwoord
-
in all bijwoord
-
-
altogether
-
altogether
-
altogether
– to a complete degree or to the full or entire extent (`whole' is often used informally for `wholly') 1whole; all; entirely; completely; totally; altogether; wholly– to a complete degree or to the full or entire extent (`whole' is often used informally for `wholly') 1-
whole bijwoord
-
all bijwoord
-
entirely bijwoord
-
completely bijwoord
-
totally bijwoord
-
altogether bijwoord
-
wholly bijwoord
-
-
altogether
– with everything included or counted 1altogether; in all; all told– with everything included or counted 1-
altogether bijwoord
-
in all bijwoord
-
all told bijwoord
-
-
altogether
– with everything considered (and neglecting details) 1altogether; all in all; on the whole; tout ensemble– with everything considered (and neglecting details) 1-
altogether bijwoord
-
all in all bijwoord
-
on the whole bijwoord
-
tout ensemble bijwoord
-
-
altogether
-
altogether
-
the altogether
– informal terms for nakedness 1