Engels
Uitgebreide synoniemen voor apart in het Engels
apart:
-
apart
-
apart
separate; free-standing; on its own; isolated; apart; solo-
separate bijvoeglijk naamwoord
-
free-standing bijvoeglijk naamwoord
-
on its own bijvoeglijk naamwoord
-
isolated bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
solo bijvoeglijk naamwoord
-
-
apart
split up; from each other; apart; parted-
split up bijvoeglijk naamwoord
-
from each other bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
parted bijvoeglijk naamwoord
-
-
apart
-
apart
dissolved; separated; fallen apart; divorced; apart-
dissolved bijvoeglijk naamwoord
-
separated bijvoeglijk naamwoord
-
fallen apart bijvoeglijk naamwoord
-
divorced bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
-
apart
– remote and separate physically or socially 1 -
apart
– having characteristics not shared by others 1
-
apart
– not taken into account or excluded from consideration 1 -
apart
– into parts or pieces 1 -
apart
– separated or at a distance in place or position or time 1 -
apart
– one from the other 1 -
apart
– placed or kept separate and distinct as for a purpose 1 -
apart
– away from another or others 1