Engels

Uitgebreide synoniemen voor arbour in het Engels

arbour:

arbour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the arbour
    the arbour; the garden house; the bower; the summerhouse; the arbor
    • arbour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • garden house [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • summerhouse [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arbor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. the arbour
    – a framework that supports climbing plants 1
    the bower; the arbour; the pergola; the arbor
    – a framework that supports climbing plants 1
    • bower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arbour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • pergola [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arbor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
      • the arbor provided a shady resting place in the park1
  3. the arbour
    – any of various rotating shafts that serve as axes for larger rotating parts 1
    the spindle; the arbour; the mandrel; the arbor; the mandril
    – any of various rotating shafts that serve as axes for larger rotating parts 1
    • spindle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arbour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • mandrel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arbor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • mandril [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the arbour
    – tree (as opposed to shrub) 1
    the arbour; the arbor
    – tree (as opposed to shrub) 1
    • arbour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • arbor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

arbour Brits

  1. arbour
    mandrel; arbour; arbor

Alternatieve synoniemen voor "arbour":


Verwante definities voor "arbour":

  1. a framework that supports climbing plants1

Verwante synoniemen voor arbour