Engels

Uitgebreide synoniemen voor baggy in het Engels

baggy:

baggy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the baggy
    the satchel
    – luggage consisting of a small case with a flat bottom and (usually) a shoulder strap 1
    • satchel [the ~] zelfstandig naamwoord
    the bag; the pouch; the baggy
    • bag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pouch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baggy [the ~] zelfstandig naamwoord

baggy bijvoeglijk naamwoord

  1. baggy
    baggy; slatternly; slovenly; grubby
  2. baggy
    – not fitting closely; hanging loosely 1
    sloppy; baggy; loose-fitting
    – not fitting closely; hanging loosely 1
    • sloppy bijvoeglijk naamwoord
    • baggy bijvoeglijk naamwoord
      • baggy trousers1
    • loose-fitting bijvoeglijk naamwoord
      • a loose-fitting blouse is comfortable in hot weather1

Verwante woorden van "baggy":

  • bagginess, baggies, baggier, baggiest

Alternatieve synoniemen voor "baggy":


Verwante definities voor "baggy":

  1. not fitting closely; hanging loosely1
    • baggy trousers1

Verwante synoniemen voor baggy