Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor bankrupt in het Engels

bankrupt:

bankrupt bijvoeglijk naamwoord

  1. bankrupt
    bankrupt
  2. bankrupt
    bankrupt; torn; to pieces; ruptured
  3. bankrupt
    – financially ruined 1
    bankrupt; belly-up
    – financially ruined 1
    • bankrupt bijvoeglijk naamwoord
      • a bankrupt company1
    • belly-up bijvoeglijk naamwoord
      • the company went belly-up1

bankrupt [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bankrupt
    – someone who has insufficient assets to cover their debts 1
    the bankrupt; the insolvent
    – someone who has insufficient assets to cover their debts 1

bankrupt werkwoord

  1. bankrupt
    – reduce to bankruptcy 1
    to break; to ruin; bankrupt; to smash
    – reduce to bankruptcy 1
    • break werkwoord (breaks, broke, breaking)
      • My daughter's fancy wedding is going to break me!1
    • ruin werkwoord (ruins, ruined, ruining)
    • bankrupt werkwoord
    • smash werkwoord (smashs, smashed, smashing)
      • The slump in the financial markets smashed him1

Verwante woorden van "bankrupt":

  • bankrupts

Alternatieve synoniemen voor "bankrupt":


Verwante definities voor "bankrupt":

  1. financially ruined1
    • a bankrupt company1
  2. someone who has insufficient assets to cover their debts1
  3. reduce to bankruptcy1

Verwante synoniemen voor bankrupt