Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. barker:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor barker in het Engels

barker:

barker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the barker
    the touter; the attractor; the barker
    • touter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • attractor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • barker [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the barker
    – informal terms for dogs 1
    the barker; the doggie; the doggy; the pooch; the bow-wow
    – informal terms for dogs 1
    • barker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • doggie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • doggy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pooch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bow-wow [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the barker
    – someone who stands in front of a show (as at a carnival) and gives a loud colorful sales talk to potential customers 1
    the barker
    – someone who stands in front of a show (as at a carnival) and gives a loud colorful sales talk to potential customers 1
    • barker [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "barker":


Alternatieve synoniemen voor "barker":


Verwante definities voor "barker":

  1. informal terms for dogs1
  2. someone who stands in front of a show (as at a carnival) and gives a loud colorful sales talk to potential customers1

Verwante synoniemen voor barker