Engels
Uitgebreide synoniemen voor bimonthly in het Engels
bimonthly:
-
bimonthly
-
bimonthly
fortnightly; bimonthly; every two weeks; half-monthly; bimestrial; twice a month-
fortnightly bijvoeglijk naamwoord
-
bimonthly bijvoeglijk naamwoord
-
every two weeks bijvoeglijk naamwoord
-
half-monthly bijvoeglijk naamwoord
-
bimestrial bijvoeglijk naamwoord
-
twice a month bijvoeglijk naamwoord
-
-
bimonthly
– occurring every two months 1bimonthly; bimestrial– occurring every two months 1-
bimonthly bijvoeglijk naamwoord
-
bimestrial bijvoeglijk naamwoord
-
-
bimonthly
– occurring twice a month 1bimonthly; semimonthly– occurring twice a month 1-
bimonthly bijvoeglijk naamwoord
-
semimonthly bijvoeglijk naamwoord
-
-
bimonthly
– every two months 1 -
bimonthly
– twice a month 1
-
the bimonthly
– a periodical that is published twice a month or every two months (either 24 or 6 issues per year) 1