Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor bonus in het Engels

bonus:

bonus [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bonus
    the bonus; the extra charge; the premium; the gratuity; the extra allowance
  2. the bonus
    the gratuity; the bonus
    • gratuity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bonus [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the bonus
    the bonus
    • bonus [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the bonus
    the extra; the bonus
    • extra [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bonus [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the bonus
    – anything that tends to arouse 1
    the bonus; the fillip
    – anything that tends to arouse 1
    • bonus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fillip [the ~] zelfstandig naamwoord
      • his approval was an added fillip1
  6. the bonus
    – an additional payment (or other remuneration) to employees as a means of increasing output 1
    the incentive; the bonus
    – an additional payment (or other remuneration) to employees as a means of increasing output 1
    • incentive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bonus [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "bonus":

  • bonuses

Alternatieve synoniemen voor "bonus":


Verwante definities voor "bonus":

  1. anything that tends to arouse1
  2. an additional payment (or other remuneration) to employees as a means of increasing output1

Verwante synoniemen voor bonus