Engels

Uitgebreide synoniemen voor boorish in het Engels

boorish:

boorish bijvoeglijk naamwoord

  1. boorish
    boorish; rude; uncivilized; uneducated; unmannerly; ill-bred; uncivilised
  2. boorish
    boorish; ill-bred; rude; unmannerly
  3. boorish
    – ill-mannered and coarse and contemptible in behavior or appearance 1
    boorish; oafish; loutish; swinish; neandertal; neanderthal
    – ill-mannered and coarse and contemptible in behavior or appearance 1
    • boorish bijvoeglijk naamwoord
      • was boorish and insensitive1
    • oafish bijvoeglijk naamwoord
      • her stupid oafish husband1
    • loutish bijvoeglijk naamwoord
      • the loutish manners of a bully1
    • swinish bijvoeglijk naamwoord
      • aristocratic contempt for the swinish multitude1
    • neandertal bijvoeglijk naamwoord
    • neanderthal bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "boorish":


Alternatieve synoniemen voor "boorish":


Verwante definities voor "boorish":

  1. ill-mannered and coarse and contemptible in behavior or appearance1
    • was boorish and insensitive1