Engels

Uitgebreide synoniemen voor carousing in het Engels

carousing:

carousing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the carousing
    the pleasure; the joy; the mirth; the revelry; the carousing; the fun; the roistering; the merriment
    • pleasure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • joy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mirth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • revelry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • carousing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fun [the ~] zelfstandig naamwoord
    • roistering [the ~] zelfstandig naamwoord
    • merriment [the ~] zelfstandig naamwoord

carousing

  1. carousing

carousing bijvoeglijk naamwoord

  1. carousing
    – used of riotously drunken merrymaking 1
    carousing; bacchanal; orgiastic; bacchic; bacchanalian
    – used of riotously drunken merrymaking 1
    • carousing bijvoeglijk naamwoord
      • carousing bands of drunken soldiers1
    • bacchanal bijvoeglijk naamwoord
    • orgiastic bijvoeglijk naamwoord
      • orgiastic festivity1
    • bacchic bijvoeglijk naamwoord
    • bacchanalian bijvoeglijk naamwoord
      • a night of bacchanalian revelry1

Alternatieve synoniemen voor "carousing":


Verwante definities voor "carousing":

  1. used of riotously drunken merrymaking1
    • carousing bands of drunken soldiers1