Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
-
casual:
- informal; casual; light-hearted; playful; loosely; casually; passing; in passing; evanescent; transient; perishing; volatile; transitory; temporary; fleeting; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; current; empty; null; short; cursory; nonchalant; insouciant; effortless; daily; everyday; free-and-easy; fooling; chance; occasional
Engels
Uitgebreide synoniemen voor casual in het Engels
casual:
-
casual
-
casual
light-hearted; playful; casual-
light-hearted bijvoeglijk naamwoord
-
playful bijvoeglijk naamwoord
-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual
loosely; casually; passing; casual; in passing-
loosely bijwoord
-
casually bijwoord
-
passing bijvoeglijk naamwoord
-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
in passing bijwoord
-
-
casual
evanescent; transient; perishing; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; casual; current; empty; null; short; informal; cursory-
evanescent bijvoeglijk naamwoord
-
transient bijvoeglijk naamwoord
-
perishing bijvoeglijk naamwoord
-
volatile bijvoeglijk naamwoord
-
transitory bijvoeglijk naamwoord
-
temporary bijvoeglijk naamwoord
-
fleeting bijvoeglijk naamwoord
-
passing bijvoeglijk naamwoord
-
momentary bijvoeglijk naamwoord
-
perfunctory bijvoeglijk naamwoord
-
superficial bijvoeglijk naamwoord
-
of short duration bijvoeglijk naamwoord
-
brief bijvoeglijk naamwoord
-
close bijvoeglijk naamwoord
-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
current bijvoeglijk naamwoord
-
empty bijvoeglijk naamwoord
-
null bijvoeglijk naamwoord
-
short bijvoeglijk naamwoord
-
informal bijvoeglijk naamwoord
-
cursory bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual
– hasty and without attention to detail; not thorough 1casual; passing; cursory; perfunctory– hasty and without attention to detail; not thorough 1-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
passing bijvoeglijk naamwoord
-
cursory bijvoeglijk naamwoord
-
perfunctory bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual
– marked by blithe unconcern 1casual; nonchalant; insouciant– marked by blithe unconcern 1-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
nonchalant bijvoeglijk naamwoord
-
insouciant bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual
– not showing effort or strain 1casual; effortless– not showing effort or strain 1-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
effortless bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual
– appropriate for ordinary or routine occasions 1 -
casual
– natural and unstudied 1casual; free-and-easy– natural and unstudied 1-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
free-and-easy bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual
– characterized by a feeling of irresponsibility 1 -
casual
– occurring or appearing or singled out by chance 1 -
casual
– without or seeming to be without plan or method; offhand 1 -
casual
– occurring from time to time 1casual; occasional– occurring from time to time 1-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
occasional bijvoeglijk naamwoord
-