Engels

Uitgebreide synoniemen voor cleavers in het Engels

cleavers:

cleavers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cleavers
    – annual having the stem beset with curved prickles; North America and Europe and Asia 1
    the goose grass; the catchweed; the cleavers; the Galium aparine; the clivers; the spring cleavers
    – annual having the stem beset with curved prickles; North America and Europe and Asia 1

Alternatieve synoniemen voor "cleavers":


Verwante definities voor "cleavers":

  1. annual having the stem beset with curved prickles; North America and Europe and Asia1

cleaver:

cleaver [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cleaver
    the axe; the cleaver; the chopper; the hatchet
    • axe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cleaver [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chopper [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hatchet [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the cleaver
    the hatchet; the machete; the cleaver; the splicer; the splitter; the axe
    • hatchet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • machete [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cleaver [the ~] zelfstandig naamwoord
    • splicer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • splitter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • axe [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the cleaver
    the chopping-knife; the cleaver; the butcher's knife
  4. the cleaver
    the cleaver; the splitting-knife
  5. the cleaver
    – a butcher's knife having a large square blade 1
    the cleaver; the chopper; the meat cleaver
    – a butcher's knife having a large square blade 1

Verwante woorden van "cleaver":

  • cleavers

Alternatieve synoniemen voor "cleaver":


Verwante definities voor "cleaver":

  1. a butcher's knife having a large square blade1

Verwante synoniemen voor cleavers