Engels

Uitgebreide synoniemen voor communicativeness in het Engels

communicativeness:

communicativeness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the communicativeness
    – the trait of being communicative 1
    the communicativeness
    – the trait of being communicative 1

Alternatieve synoniemen voor "communicativeness":


Antoniemen van "communicativeness":


Verwante definities voor "communicativeness":

  1. the trait of being communicative1

communicative:

communicative bijvoeglijk naamwoord

  1. communicative
    communicative
  2. communicative
    talkative; garrulous; communicative; chatty; loose-tongued; blabbing; chattish; blabber; loose-lipped; silver-tongued; indiscrete; indiscreet; gossipy
  3. communicative
    – able or tending to communicate 1
    communicative; communicatory
    – able or tending to communicate 1
    • communicative bijvoeglijk naamwoord
      • was a communicative person and quickly told all she knew1
    • communicatory bijvoeglijk naamwoord
  4. communicative
    – of or relating to communication 1
    communicative
    – of or relating to communication 1

Verwante woorden van "communicative":


Alternatieve synoniemen voor "communicative":


Antoniemen van "communicative":


Verwante definities voor "communicative":

  1. able or tending to communicate1
    • was a communicative person and quickly told all she knew1
  2. of or relating to communication1
    • communicative arts1